In het diepe zuiden van Italië, in de hak van de laars, ligt Puglia. De bewoners van dit prachtige gebied hebben weinig reden tot klagen: de zon schijnt er volop, ze worden omringd door een kristalheldere zee én ze eten elke dag hartstikke lekker.
Er zijn talloze redenen om naar Puglia af te reizen. Hier liggen misschien wel de mooiste stranden van het Italiaanse vastelanden het gebied is bezaaid met wijngaarden en eeuwenoude olijfbomen. Je vindt er sfeervollesteden vol imposante barokarchitectuur, zoals Lecce en Martina Franca, maar ook schattige, kleine dorpjes waar je nog het authentieke Italiaanse leven aanschouwt. Puglia is tevens de regio van de trulli, witgekalkte huisjes met een kegelvormig dak, die werden gebouwd zonder gebruik van cement. De reden hiervoor was dat men geen belasting betaalde over huizen die niet af waren. Boeren konden zo hun trulli snel afbreken wanneer de belastinginner langskwam, om daarna de boel weer op te bouwen. Vandaag zorgen deze bijzondere huisjes voor een sprookjesachtige aanblik. Maar een van de allergrootste trekpleisters waar mensen voor blijven terugkeren, is de verrukkelijke lokale keuken. Een reis door de hak van de laars is werkelijk een feestje voor al je zintuigen!
Lecce, de barokke stad van het zuiden
Tot voor kort was Puglia vrij onbekend bij Nederlanders. Veel verder dan Toscane kwamen de meeste vakantiegangers niet. Logisch ook, het gebied ligt op ongeveer 2.000 kilometer afstand van Utrecht. Sinds meerdere luchtvaartmaatschappijen hier naar toe vliegen, verandert dat langzaamaan. Maar dat betekent niet dat Pugliesi concessies doen aan hun tradities. Je moet dus niet raar opkijken als je al wandelend door een van de charmante dorpjes in een katholieke processie belandt, inclusief fanfare. In de straatjes van Bari rollen de nonne (oma’s) de lokale orecchiette (oortjespasta) en in elk willekeurig dorp zie je mamma’s door openstaande ramen een uitgebreide lunch bereiden. Familierecepten worden al generatie op generatie doorgegeven, daar gaat die beroemde, rood-gele clown het met zijn hamburgers nooit van winnen. Dat authentieke maakt deze Zuid-Italiaanse streek zo geweldig.
Arme keuken
De keuken van Puglia wordt ook wel cucina povera genoemd, wat armeluiskeuken betekent. Dit komt omdat de inwoners het aanvankelijk niet bepaald breed hadden; ze leefden slechts van wat de grond en het water om ze heen bood. Vlees maakte ruimte op het bord voor groente van het seizoen en wat er werd gevangen in zee. Erg meelijwekkend is dat overigens niet: deze handige Italianen wisten hiermee de lekkerste, voedzame gerechten te creëren, die tot op de dag van vandaag nog gulzig worden verorberd.
Ingrediënten
Hoofdrollen in de keuken zijn weggelegd voor onder meer cherrytomaatjes, paprika en rode peper, maar ook minder bekende groenten als cichorei en rapen – eindelijk krijg je een beeld bij het spreekwoord. Hoewel er zeker vlees (met name lam) wordt gegeten, staat de regio beter bekend om haar vis, als (rauwe) mosselen, ansjovis, zee-egels en zelfs zeespons. Net als in bijna iedere Italiaanse regio, zijn ook hier de inwoners dol op kaas. Een van de populairste is burrata, een zachte mozzarella met binnenin room voor een nog vollere smaak. Dankzij een eeuwenoude herderstraditie kent Puglia eveneens veel schapenkazen, als de harde canestrato pugliese. Heerlijk voor over de pasta! Probeer ook cacioricotta, een pittige, stevige ricotta. Ideaal als borrelhapje. Daarover gesproken, wie een glas wijn bestelt in de hak van de laars, wordt getrakteerd op een bakje taralli, ronde zoutjes die nogal verslavend werken. Ook zoetekauwen kunnen hun geluk niet op hier: dolci in Puglia worden veelal bereid met amandelen, gezoete ricotta, honing of vincotto di fichi, een dikke vijgensiroop.
Groene goud
Wie Puglia zegt, zegt olijfolie. Dankzij lange, warme zomers en korte winters, hebben olijfbomen het hier prima naar hun zin. Puglia is dan ook de grootste olijfolieproducent van het land; maar liefst 40 procent van de Italiaanse productie komt hier vandaan. Te midden van rode aarde en in het gras staan hier miljoenen(!) olijfbomen, waarvan een groot aantal stokoude exemplaren zelfs officieel ‘monumentaal’ is. Dankzij een enorme ervaring weten de Pugliesi met al die olijven heerlijke (extra vergine) olie te maken. Al duizenden jaren produceren ze hun zogenaamde ‘groene goud’, dat ze royaal in hun eigen maaltijden gebruiken én exporteren.
Puglia aan je keukentafel
Zoals gezegd zijn er honderden redenen om af te dalen naar het diepe zuiden van Italië. Maar als het water je nu al in de mond loopt, hoef je niet per se nu al je koffers te pakken: je kunt ook van al het lekkers genieten aan je eigen keukentafel. Neem bijvoorbeeld de olijfolie San Basilio van Don Antonio uit onze webshop, een verrukkelijke olie die de smaak van pasta’s, salades etc. niet verbloemt, maar aanvult. Bewaar je extra vergine olie in een handgemaakte, speciaal voor Taste of Puglia ontworpen keramieken fles, waar zonlicht geen kans krijgt om je smaakmaker te bederven. Bovendien krijg je nu bij aankoop van deze typische Pugliese olijfoliefles een handige schenktuit cadeau!